Ik ben caissière in de Albert Heijn. Het is mijn baan om voorwerpen op te tillen, naar rechts te schuiven (of naar links, hangt van de kassa af) en weer neer te zetten. Erg interessant is het niet, maar dat zorgt er wel voor dat je om je heen gaat kijken.
Een man bij mij in de rij laat een muntje vallen. Hij bukt zich om het op te rapen, één hand naar de vloer uitgestrekt en de andere tegen zijn rug gedrukt. Hij probeert tevergeefs met zijn knokige vingers grip te krijgen op het muntje. De jonge vrouw die achter hem staat legt een hand op zijn schouder, bukt zich en raapt het muntje voor hem op. Ze komen overeind en de man knikt vriendelijk naar haar terwijl hij het muntje van haar aanneemt. De man aan de andere kant van mijn kassa is bezig om veel te veel spullen in een veel te klein doosje te krijgen, terwijl zijn vrouw aan de telefoon is met hun zoontje, die wil weten waar zijn Wii-controller ligt. De oude man die zijn muntje had laten vallen verschijnt voor mijn neus. 'Goedenmiddag, heeft u een bonuskaart?' vraag ik automatisch, terwijl ik zijn boodschappen scan. De man grijnsde zijn gele tanden bloot en stak zijn pinpas in het apparaat. Toen ik het laatste product gescand had keek ik hem aan. Hij leek te wachten tot het pinautomaat iets anders zei dan 'welkom'. 'Meneer, heeft u een bonuskaart?' De man knikte en richtte zijn aandacht opnieuw op het pinautomaat. Ik glimlachte een beetje. 'Meneer, verstaat u mij?' Geen reactie. De vrouw achter hem stopt een pluk donker haar onder haar hoofddoek, en tikt de man op zijn schouder. 'Heeft u een bonuskaart?' roept ze in zijn oor. Nu verstaat de man het. Hij vist een blauw kaartje uit zijn jaszak en geeft het aan mij. Ik scan het, noem het bedrag terwijl ik het kaartje teruggeef en de man pint met die eeuwige gelige grijns op zijn gezicht. De vrouw knipoogt naar me. 'Het wordt allemaal wat moeilijker als je ouder bent,' zegt ze op een normaal geluidsniveau, zodat de oude man het niet kan horen. Ik lach. 'Dat is zo.' Mijn volgende klant is een vrouw met een Afrikaans uiterlijk, een baby hangt in een draagzak op haar buik. Het kindje heeft de paal met Albert Heijn ballonnen gezien en wringt zich in allerlei bochten om langs zijn moeder heen te kijken zodat hij naar de ballonnen kan blijven staren. Ik bekijk het donkergroene vestje en de zwarte schoenen van de baby, en zeg tegen de vrouw: 'Wat een lief zoontje heeft u.' De vrouw kijkt op van haar boodschappen, lacht naar me en zegt vriendelijk: 'Het is een meisje.' 'Oh, zeg ik, sorry.' De vrouw haalt haar schouders op. 'Geeft niet hoor. Komt omdat ze geen roze aanheeft.' Ik knik.
Ik ben caissière in de Albert Heijn. Het is mijn baan om het mensen naar hun zin te maken in de winkel en het is misschien wel het interessantste baantje van de wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten